Links & Literatuur Contact Zoek Home


Detail van het 'Isenheimer altar' van Matthias Grünewald, Colmar (Fr.)
Duivels - en heksenplanten

Over Vervloekte - of Duivelsplanten, Heksenzalf

De middeleeuwen waren tijden van grote tegenstellingen: enorme weelde aan de hoven en rijkdom plus absolute macht van de Kerk, terwijl de gewone bevolking vaak in ellendige omstandigheden leefde. Tijden van honger door oorlogen of mislukte oogsten, pestepidemieën, cholera, tyfus en melaatsheid etc. Men was bezeten van de angst voor de duivel en de dood, die overal en op ieder moment kon toeslaan. Het hele bestaan was gericht op het sterven en dán aan het einde der tijden de Verrijzenis en het Laatste Oordeel.

Vb van Gifplanten, zoals de Kerstroos en Daphne Mezereum
Enkele gifplanten
(Klik op de foto voor een vergroting)

Het waren tijden, waarin het geloof aan heksen en magiërs hoogtij vierde. Deze heksen en magiërs maakten gebruik van de bedwelmende werking van vele giftige planten. Het volk noemde daarom die planten duivelsplanten, en de duivel speelt dan ook een grote rol in de folklore der gifplanten. Heksen waren vrouwen, die een verbond met de duivel hadden gesloten en daardoor in staat waren hun medemensen veel kwaad te berokkenen, zoals zwakke kinderen of koeien ziek maken, boter en melk “stelen” of onweer maken.

Huislook
Huislook. Eén van de ingrediënten van heksenzalf.

Iedere woensdag en vrijdag gingen zij naar de sabbat, dat was een vergadering van heksen waar de duivel zelf ook bij was. Zij vlogen op een bezemsteel door de lucht! De “heksen” geloofden zelf dit verhaal. Voor zij naar de sabbat gingen, smeerden zij de stok van de bezem (of iets dergelijks) en enkele delen van hun lichaam in met heksenzalf. Die zalf bestond uit een mengsel van verschillende gifplanten en vet. Er zijn verscheidene recepten van bekend. De meeste bevatten bilzenkruid, wolfskers, monnikskap, koningsvaren, ijzerhard, huislook, venushaar, zwarte nachtschade, doornappel en verschillende wolfsmelksoorten.
De magiërs deden het weer een beetje anders. Zij waren mensen, die door toverformules en verschillende, veelal zeer onsmakelijke handelingen de natuurmachten dachten te beheersen en deze dus te kunnen dwingen hun wil te volgen. De duivel was altijd weer de hoofdpersoon. Zij dwongen hem te verschijnen en daartoe gebruikten zij een aantal zeer giftige planten.

Kerstroos
Kerstroos
(Klik op de foto voor een vergroting)

Kerstroos
(Helleborus Niger. L.)
Nieswortel, Heilig kerstkruid, Sneeuwwortel, Winterlelie, Duivelinne... De heksen en magiërs maakten gebruik van haar vergiftige eigenschappen o.a. voor het bereiden van de heksenzalf.


Monnikskap
(Aconitum napellus L.)
Adam-en-Eva (Twenthe en Stellingwerf)

Tijdens de middeleeuwen waren het de heksen en magiers die natuurlijk gebruik maakten van de giftige eigenschappen der plant. Bij hun bezweringen en in de heksenzalf ontbrak nooit de monnikskap.

Gevlekte aronskelk
Gevlekte aronskelk
(Klik op de foto voor een vergroting)

Gevlekte aronskelk
(Arum mauculatum L.)
De Duivel moet zich natuurlijk kunnen verweren. Hij gebruikt daarvoor "stokken". In Voorschoten heet daarom de Aronskelk "Duivelsstokje".

Wolfsmelk
Euphorbia-soorten
Heksenmelk, Duvelsdrek, Duyvelsmelck

Alle soorten Euphorbiaceeën bevatten een giftig melksap; in hoeverre dit melksap gevaarlijk is weet men niet van alle soorten , maar in ons land komen tenminste vier soorten voor die zeer gevaarlijk zijn.

Kruisbladwolfsmelk
Kruisbladwolfsmelk
(Klik op de foto voor een vergroting)

Kruisbladwolfsmelk
(Euphorbia lathyris L.) Aan deze soort werd grote toverkracht toegedacht; men beschouwde haar als een der sterkste springwortels die zelfs sterker dan de salomonszegel zou zijn.
Vroeger zou de melk van deze soort een voedingsmiddel voor mens en dier geweest zijn, maar de duivel was zo afgunstig op de plant dat hij haar verontreinigde en sindsdien is zij giftig.

Citroenmelisse
Citroenmelisse
(Klik op de foto voor een vergroting)

Citroenmelisse
(Melissa officinalis L.)
Citroenkruid, Melis

De citroenmelisse is aan de sterke citroengeur gemakkelijk te herkennen. De bloemen zijn witachtig, de plant wordt bijna 1 m hoog.
De citroenmelisse was een der 16 toverkruiden van Albertus Magnus (Albertus, Graaf van Bolstädt. 1193-1290). Albertus Magnus was dominikaan, later bisschop van Regensburg, daarna lector te Keulen en raadgever van de aartsbisschop Konrad von Hochsteden. Zijn kennis, niet alleen van de natuurkunde, maar op alle wetenschappelijk gebied, was voor die tijd zo groot, dat velen hem een tovenaar noemden. Niettegenstaande die verdachtmaking werd hij in 1562 gelukzalig verklaard. Er zijn echter vele sagen over hem in omloop. Zestien planten dienden hem tot hulp bij zijn vele bovennatuurlijke kunsten. Er bestaat een boekje “ Liber aggregationis” , dat volgens sommigen door hem is geschreven en waarin deze planten worden opgesomd. In het Nederlands werd het vertaald onder de titel: “ Dat Boeck der Secreten Alberti Magni” .
Men beschouwde het als een echte heksenplant.
In de kruidentuin is het een onmisbare plant, heerlijk geurend, een echte bijenplant en als keukenkruid goed te gebruiken. Men zegt dat het prettige dromen geeft wanneer men het ’s avonds eet!


De plant heeft een heerlijke, op citroen gelijkende geur en was daarom met de lavendel wel het meest gehate kruid dat de duivel kende. Het behoorde bij de negenderhande kruiden en was een rookplant. Alles wat bij de duivel behoorde vreesde haar even zeer, zoals alle “ venijnig gedierte’ , schorpioenen en spinnekoppen. Natuurlijk benam het de kracht aan alle gif!




print Print

Fonds Kerktuin NPB Wassenaar